Presb. Kamerijk, A.I. 1493-1496 (1493-1497) Den Bosch Heer Jan die Paeuwe werd vermoedelijk geboren in het bisdom Kamerijk waar hij ook zijn priesterwijding ontving. Op 3 juni 1477 werd heer Jan ontvangen als kanunnik van de St.Jan in Den Bosch. Hij woonde er bij het St.Janskerkhof aan de Papenhuls. Op 8 september 1493 beoorkondde hij als openbaar notaris in zijn woonhuis de stichting van een altaar in de St.Jan ter ere van St.Jan Evangelist, St.Josef, St.Ursula en de 11000 maagden. Hij voorzag de oorkonde van een opvallend lange initiaal (31 cm.), versierd met pauweveren. In het onderschrift vermeldde hij tegen de lokale gewoonte in behalve zijn notariële titulatuur ook zijn kwaliteit van kanunnik: "canonicus prebendatus collegiate et parrochialis ecclesie Sancti Johannis Apostoli et Ewangeliste opidi de Buscoducis in Brabantia, Leodiensis diocesis". Op 25 mei 1496 was hij als openbaar notaris, samen met deken en kapittel van de St.Jan, ook aanwezig in de sacristie van de St.Jan toen de vier dekens van de St.Judocusbroederschap in de St.Jacobuskapel enkele cijnzen overdroegen aan de rector van een nieuw beneficie in die kapel. Uit het feit dat heer Jan als datum van de handeling 25 mei post pascha opgaf blijkt dat hij gewend was zijn akten te dateren volgens de paasstijl, die in het bisdom Kamerijk werd gehanteerd, en niet volgens de in het bisdom Luik gebruikelijk kerststijl. 1) Dominus Johannes Paeuwe wordt in 1487 behalve kanunnik van de St.Jan ook rector genoemd van het altaar van O.L.V., de 11000 maagden en St.Joris in de vlak bij zijn huis gelegen Clarissenkerk. Verder trad hij op 14 november 1488 samen met frater Merselis de Lu, prior van Porta Coeli, en Jan Monnix, meester van de Tafel van de H.Geest, op als bestuurder van het Bonifantenhuis. Dit was gesticht door de uitvoerders van het testament van de Bossche kanunnik heer Henric Buc die onder meer had bepaald dat de prior van Porta Celi, de scriptor van het kapittel en de meester van de Tafel van de H.Geest als bestuurders van het Bonifantenhuis zouden fungeren. Heer Jan moet in 1488 dus tevens "schrijver" (rentmeester) van het kapittel zijn geweest. Vermoedelijk bezat hij deze functie sinds april 1485. Heer Jan die Paeuwe overleed op 11 mei 1497 en werd begraven in de St.Jan vóór het kapittelarchief ("ante archivas dominorum"). Als zijn executeurs-testamentair worden in 1498 genoemd meester Ghijsbert die Bye, deken, en meester Alart Baliart, kanunnik van de St.Jan. 2)
|
Noten | |
1. | AAB II, hs. Kievits, p.9; GAH, RA 1249, fo.335v (1 febr.1480), vgl. RA 1243, fo.31r (5 mrt.1475: Johannes, filius Mathie Pauwe), fo.121v (5 mrt.1474: Johannes, filius quondam Thome Paeuwen); Bijlage II 5.94 (de titel magister is waarschijnlijk te wijten aan een fout van de maker van het afschrift), 307.1, 307.2, vgl. 260.1; Schutjes, Geschiedenis, IV 245; Vgl.: Wils, Matricule, II 192 nr.216 (Johannes Pavonis de Gandavo, Torn. dioc., imm. 28 aug.1467), 445 nr.305 (Johannes Pavonis de Insulis, Torn, dioc., imm.1481), 486 nr.110 (Johannes Pavonis, imm. 17 aug. 1484); Bormans, "Répertoire", 32 (24 mrt.1497: Jean Fr. de Pavinis, geschil over prebende in St.Lambertuskerk Luik); Bijsterveld, Laverend, II 487 nr.556 (dominus Petrus Pavonis uit het bisdom Kamerijk, rector van Ginneken na 1510). |
2. | GAH, RA 1254, fo.267v (14 apr.1485), RA 1256, fo.109r-v (10 sept. 1487), RA 1258, fo.408r (14 nov.1488), RA 1266, fo.266r (24 jan.1498), vgl. RA 1254, fo.263v-267v (11 apr.1485: deken en kapittel verlenen décharge aan hun rentmeester Henric die Gruyter); Bijlage II 401.8; APB, St.Jan II, Obituarium, p.144, p.413, p.438; Van Rooij, Het oud-archief, II 482 nr.1745; Vgl.: Coopmans, De rechtstoestand, 166; Mosmans, De St.Janskerk, 137. |